De stijgende kosten van de zorg zijn vaak een aanleiding om verregaande
maatregelen te bepleiten. Ik heb de gegevens er eens bij gehaald (bron: het
onovertroffen www.gapminder.org: ga en surf!).
Eerst het goede nieuws. In 1995 verdiende de Nederlander per hoofd (BNP,
bruto nationaal product, zonder zorgkosten) 19.000 voor koopkracht
gecorrigeerde euro, in 2010 was dat 23.300 euro. Het gevaar van het uitdrukken
van zorgkosten als procent van het totale BNP (bruto nationaal product) is dat
we vergeten dat dat BNP toeneemt. Dan het slechte nieuws: de zorgkosten per
hoofd van de bevolking zijn over dezelfde periode toegenomen van 1300 tot 3700
Euro. Dat komt niet door vergrijzing: de eerste Nederlandse babyboomers hebben in
2010 de 65 nog niet bereikt. De koopkracht van de Nederlander is dus tussen
1995 en 2010 gestegen met een kleine 6700 Euro, waarvan 2400 Euro naar de
gezondheidszorg gingen. Dat is belachelijk veel (en meer dan elders). Maar het
blijft ontnuchterend om vast te stellen dat, ondanks de toenemende rijkdom,
stemmen opgaan om de solidariteit in de zorgverzekering te doorbreken, en
bijvoorbeeld rokers of dikkerds meer te laten betalen voor hun zorgverzekering.
Als man kan ik daar wel voor zijn, als we consequent blijven. Vrouwen moeten veel
hogere zorgpremies betalen. Ze consumeren meer zorg en leven langer tot op
leeftijden waar ze, ook gezond, de maatschappij een fortuin kosten.
Ofwel zijn Nederlanders dubbel zo ongezond geworden tussen 1995 en 2010 (toename
van de nood), ofwel zijn ze dubbel zo gezond geworden (door kosteneffectieve
investeringen). Ofwel is er geen verband tussen gezondheid en kosten van zorg,
maar wordt door deze stijging gedreven door andere factoren. Wie wereldwijd het
logartime van de zorgkosten, uitzet tegenover het logaritme van het BNP, ziet
een zeer strak lineair verband. Hoe rijker je bent, hoe meer je besteedt aan
gezondheidszorg: dat is de economische handtekening van een luxegoed. Uitbijters
zijn informatief: Saudi-Arabiƫ betaalt minder dan verwacht, maar is
vermoedelijk geen lichtend voorbeeld. Bestudeer vervolgens de trends over tijd in
de zorgkosten van enige democratische landen.
De zorkosten volgen de stijgende welvaart nauwgezet, gemoduleerd door de
politiek. De kostenstijging daalt als het locale beleid er op gaat leunen –
maar het volk gaat morren. Rantsoenering (vaak door wachtlijsten) wordt een
issue bij verkiezingen, de politiek laat noodgedwongen de teugels vieren en de
kosten schieten weer omhoog, zodat het land zijn plaats weer inneemt. Nederland
is een uitbijter(tje): het hervormde zich uit het Europese peloton en werd een
van de duurste landen. Vermoedelijk tot de remmen weer worden dichtgegooid in
een nieuwe fase van deze varkencyclus.
Het schoont het denken over zorgbudgetten in rijke landen op, door deze te
beschouwen als een vorm van collectieve luxe, beschikbaar voor iedereen. Het
gros van deze zorg is leuk om hebben, niet levensnoodzakelijk. Dat zet de
schijnwerper op het echte probleem dat deze luxeuze zorg op ons artsenbordje
legt: slechte geneeskunde door overdiagnose, overbehandeling, “bad farma” en medicalisatie
van levenswijzen en levenskeuzen van gezonde mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten