Sir Austin Bradford Hill formuleerde de regels van ‘causatie’
of oorzakelijkheid van schadelijke factoren. Wanneer zeggen we dat stof A oorzaak is van ziekte X? We kunnen slecht gerandomiseerde trials organiseren over een schadelijke factor. De stelling dat "iets" een oorzaak is van ziekte steunt daarom noodzakelijkerwijze op observatie en niet op experiment. Deze regels van oorzakelijkheid zijn niet exact
natuurkundig, maar zijn gebaseerd op geïnformeerd debat. Hill formuleerde negen
regels, die elkaar overlappen. Toepassing van deze regels is essentieel bij epidemiologische
bewijsvoering. Epidemiologisch bewijs wordt niet geleverd door cijfers, maar
door helder debat over wat deze cijfers kunnen betekenen.
1- Tijdsverloop
De oorzaak moet
optreden voor het gevolg. Roken werd vroeger aangeprezen als medicijn tegen
astma: niet-rokers hadden vaker longziekten. Dat kwam omdat zowat iedereen
rookte, behalve hij die al een longziekte had en echt niet tegen roken kon. De
longziekte kwam eerst, dan pas het niet-roken. Dat lijkt nogal wiedes, maar
tegenwoordig wordt van mensen die veel bewegen, ook beweerd dat ze gezonder
blijven. Dat klopt, maar mensen die ziek te bed liggen, bewegen niet
zoveel. De oorzakelijkheid ligt omgekeerd: mensen die ziek worden, bewegen
minder. De ziekte kwam eerst, het minder bewegen later. De empirische evidence dat bewegen gezond is, is
daarom niet sterk. Dat wil niet zeggen dat regelmatige beweging NIET
gezond is. Afwezigheid van bewijs is geen bewijs van afwezigheid. Het is zeker
een goed advies, gebaseerd op
overwegingen van redelijkheid, om zo lang mogelijk in beweging te blijven: use
it, or loose it.
2- Kracht van het
verband
In de oudste studies
verhoogde roken de kans op longkanker zes- tot negenmaal; betere studies bij
mensen die langer rookten toonden twintig- tot dertigmaal verhoogde risico’s op
longkanker bij zware rokers. Dat is een verhoging van het risico met twee- tot
drieduizend procent. Dit verklaren door toeval, is wel erg ver gezocht.
Bij passief roken is het weergevonden verband tussen blootstelling (passief
roken) en uitkomst (longkanker) twintig tot dertig percent, of ongeveer
honderdmaal kleiner. Dat is niet veel en kan daarom worden veroorzaakt door
andere factoren, die we ofwel niet kennen ofwel niet goed genoeg kunnen meten. Toeval is wel de meest voorkomende oorzaak van dergelijke zwakke associaties. Observationele epidemiologie kan risico’s onder de 50% niet betrouwbaar
aanwijzen. Over het schenden van deze grondregel, kan je encyclopedieën met
slechte voorbeelden vullen. Voedingsepidemiologie, die zowat iedere bestaand voedingsmiddel heeft gelinkt aan iedere vorm van kanker, is het triestigste voorbeeld van meuren in de groenbak van toeval.
3- Dosis – response
Er is een relatie tussen de
hoeveelheid waaraan iemand is blootgesteld, en de gevolgen van die
blootstelling. Wie veel rookt, heeft een hogere kans op longkanker dan wie
minder rookt. Vrouwen liepen een minder hoge kans op longkanker, maar ze
rookten ook minder. De zwaarste rokers lopen de hoogste risico’s. Bij passief
roken is dat lastig: de blootgestelde groep zijn bijna allen niet-rokende
vrouwen van rokende mannen. Er zijn wel verbanden aangetoond met de duur van
samenleven: hoe langer de partners samenleefden, hoe hoger het risico van de
niet-rokende partner op longkanker.
4- De relatie moet
consistent en coherent zijn (dat waren twee aparte regels bij Bradford Hill,
maar het verschil is te subtiel)
Rokers moeten meer
longkanker krijgen dan niet-rokers, overal ter wereld, niet alleen als ze
Engels spreken of blank zijn. Het verband van roken met door roken veroorzaakte
ziekten moet kloppen met andere bekende feiten. Bij niet-rokers, die
blootgesteld worden aan tabaksrook, vinden we afbraakproducten van nicotine in
het bloed. Er komt dus wel rook diep in de longen terecht. Die afbraakproducten
vinden we terug aan doses van 1 per 1000 tot 1 per 100. Dat is consistent met
een longkankerrisico dat honderdmaal kleiner is bij passief roken dan bij
actief roken. Het is NIET consistent met het risico op hartziekten. Het risico
op hartziekte bij actieve rokers is ongeveer 75% hoger, bij passief rokers
ongeveer 25%, of driemaal lager dan bij actief rokenden. Dat zou betekenen dat
indirect ingeademde tabaksrook ongeveer dertigmaal schadelijker is dan direct
ingeademde tabaksrook. Dat wordt beargumenteerd, maar doorgaans met redelijk
opzichtige circulaire redeneringen. Het lijkt al bij al weinig waarschijnlijk.
5- De relatie moet
plausibel zijn.
Dat het inhaleren van
de rook van brandende planten kanker kan verwekken, moet zelfs Ronald Fisher
wel ooit hebben overwogen. In elk geval hebben experimentele dierproeven een
weelde aan kankerverwekkende stoffen in sigarettenrook aangetoond. Bij passief
roken klopt de relatie tussen blootstelling en longkanker, maar ze klopt niet
in de relatie met hartziekte. Uitgeademde tabaksrook zou door passage door de
longen van de roker dertigmaal schadelijker moeten zijn geworden dan de
rechtstreeks ingehaalde rook. Dat is niet erg plausibel.
6- Alternatieve
verklaringen moeten worden uitgesloten.
Alternatieve
argumenten die het enorme verschil in longkankerrisico tussen niet-rokers en
rokers proberen te verklaren moeten heel ver worden gezocht. In elk geval is de
longkankersterfte fors beginnen dalen, twintig jaar nadat grote aantallen
rokers hun verstand gebruikten en gingen stoppen met roken. Bij passief roken
liggen de alternatieve verklaring wel erg voor de hand. In tegenstelling tot de
volkswijsheid dat ‘tegengestelden elkaar aantrekken’ lijken partners in alles
op elkaar behalve hun geslacht. Partners van niet-rokers lijken in alles op
niet-rokers, partners van rokers lijken in alles op rokers, ook als ze niet
roken. Partners van rokers zijn vaker zelf ex-rokers: ze delen de sociale
status van de rokende partner en ook zijn mogelijke voorkeuren voor ongezonde
levensstijlen. Lagere sociale status is de belangrijkste reden voor hogere
sterfte aan hart- en vaatziekte: dat verklaart heel goed de waargenomen
verschillen in hartziekte. Het idee dat je daarvoor statistisch kan corrigeren,
illustreert beter statistische overmoed dan kennis van zaken. Wij kunnen niet
corrigeren voor subtiele verschillen veroorzaakt door opvoeding, levenswijze,
welvaart, cultuur, omgeving, sociale netwerken, enzovoort, enzoverder.
7- Diermodellen
moeten de relatie bewijzen in het laboratorium.
Dat is gemakkelijk te
bewijzen voor actief roken, en ook vaak gedaan. De bewijzen dat omgevingsrook
dertigmaal gevaarlijker is voor het hart dan rechtstreeks geïnhaleerde rook
zijn niet overtuigend, en zijn vermoedelijk ontstaan door selectieve publicatie
van wenselijke resultaten.
8- De relatie moet specifiek
zijn.
Dat is een van de zwakkere
argumenten in de logica van Bradford-Hill. Het komt overeen met de argumentatie
van de (nazi-)Duitse volksgezondheid dat roken typisch alle kankersoorten in de
‘rookstraat’ deed toenemen, van mond tot longen. Roken veroorzaakt echter ook
kanker langs de ‘urinestraat’, waar toxische stoffen worden uitgescheiden door
de nieren en ook langs de ‘eetstraat’, waar kankerverwekkende
verbrandingsproducten terechtkomen in slokdarm en maag.
Het veronderstellen van
specifieke relaties komt niet meer overeen met wat we weten over menselijke
gezondheid. Dat is een open systeem. Dat betekent dat gezondheid gehandhaafd
wordt door allerhande actieve afweer- en reparatiesystemen. Een aanval op de
gezondheid kan daardoor complexe gevolgen hebben. Zelfs géén aanval kan gevolgen
hebben: de hygiënehypothese verklaart dat astma en longziekten mee ontstaan
door te weinig uitdagingen van de verdediging door aanvallen van buitenaf. Dat
leidt tot hyperreactiviteit tegenover onschadelijke allergieverwekkende
stoffen, zoals berkenpollen.
Epidemiologische
bewijsvoering is als het invullen van een Sudoku: hoe meer lijnen gevuld raken,
hoe zeker je van je stuk wordt. Het stond gauw overtuigend vast dat actief
roken naast longkanker en chronische longziekten, ook het ontstaan van veel
andere kankers en van hart- en vaatziekten bevorderde. Het is redelijk om te
veronderstellen dat passief roken ook longkanker veroorzaakt bij de niet-roker.
Er is weinig overtuigend bewijs dat passief roken hart- en vaatziekten
veroorzaakt aan de waargenomen risico’s: verstoring door verschillende
socio-economische status van niet-rokende partners van niet-rokers, vergeleken
met niet-rokende partners van rokers, lijkt een krachtigere verklaring van de
waargenomen verschillen. Of daar verder onderzoek naar moet gebeuren: wat mij
betreft, zou ik daar geen geld voor geven. Er is meer dan voldoende bewijs om
passief roken te regelen, zodat niet-rokers niet langer worden blootgesteld aan
tabaksrook.
Referentie
Bradford-Hill, Austin (1965). "The
Environment and Disease: Association or Causation?". Proceedings of
the Royal Society of Medicine 58: 295–300.
Wat een geweldig en inspirerend verhaal! Ik was zeven jaar getrouwd zonder enig kind, daarom begon mijn man vreemd te doen, kwam hij de laatste tijd thuis en besteedde hij geen tijd meer aan mij en hij scheidde van me. Dus ik werd erg verdrietig en verloren in het leven omdat mijn dokter me vertelde dat er geen manier is om zwanger te worden, dit maakt het leven echt ellendig voor me. totdat ik een vriend tegenkwam die mij via het internet over DR ODION vertelde, hoe hij veel vrouwen heeft geholpen met deze soortgelijke problemen die ik doormaak, dus nam ik contact met hem op: (drodion60@yandex.com) en legde hem uit . hij vertelde me wat ik moest geven voordat hij een re-gome spreuk kon uitbrengen om mijn man terug te brengen die ik deed en hij zond een krachtig gebed dat ik halverwege de avond had gezegd terwijl hij de liefdesbetovering uitsprak. Het was een wonder, 24 uur later kwam mijn enige man terug en verontschuldigde me voor alles wat hij gedaan heeft en vertelde me dat hij volledig klaar is om me te ondersteunen in alles wat ik wil, ik noem snel DR ODION en vertelde hem wat op dat moment aan het doorgaan en hij bereidde me ook een kruidengeneesmiddel voor, waarvan hij zei dat het elke ongewenste ziekte of infectie zou genezen die me ervan weerhield me op te vatten en instrueerde me toen hoe ik het moest gebruiken voordat ik met mijn man sprak. Nadat ik deze inheemse kruiden en wortel heb gebruikt, begon ik een paar weken later zwanger te worden, echt waar. Ik was zwanger. Ik heb net op de 1e van deze maand een babyjongen gekregen. Ik beloof de hele wereld op de hoogte te stellen van DR ODION voor het redden van mijn relatie en voor het geven van kinderen die ik vandaag met trots de mijne kan noemen. Voor elke vrouw die het onmogelijk acht, is hier een gelegenheid om te glimlachen en geluk te brengen voor uw familie. Neem contact op met DR ODION via e-mail op: (drodion60@yandex.com). of WhatsApp hem via +2349060503921 Inderdaad, hij is een God gestuurd om verloren geliefden terug te brengen en je geluk te brengen ...
BeantwoordenVerwijderen