zaterdag 24 november 2012

Over Godsdienst

Deze column werd niet geplaatst door Medisch Contact, volgens hen omdat het te weinig over geneeskunde ging. Volgens mij ging het eerder teveel over godsdienst. Het is heel twijfelend - ik weet ook niet goed welke kant ik ermee uit moet. Wie commentaar heeft, laat zich gaan!!

Godsdienst en gezondheid
Het bestaan van een goedaardig opperwezen kan niet worden bevestigd of ontkracht, door de veronderstelde aard van een dergelijk wezen. Een bevriend filosoof verzuchtte ooit, geplaatst voor het zoveelste filosofische bewijs dat God al dan niet bestond, dat hij al veel eerder zijn geloof in de filosofie zou hebben verloren dan dat hij een dergelijk bewijs ernstig zou nemen.  Terwijl we wetenschappelijk het bestaan van God niet kunnen bevestigen of ontkrachten, kunnen we wel oordelen over de waarschijnlijkheid van godsbeelden. Het bestaan van Jupiter, Wodan of Ganesha is niet waarschijnlijker dan Sint-Niklaas. Maar de god van het Oude Testament  gedraagt zich evenmin als wat je mag verwachten van een liefhebbende ouder. Deze god heeft alle kenmerken van een monsterlijk wreed Aziatisch despoot uit de IJzertijd. Dat Christus heeft bestaan, daar is weinig twijfel over: er liepen tientallen Messiassen rond.  Wie hij was en wat hij juist heeft beweerd, is echter verdwenen in de nevelen van de tijd. Het visionaire hart van het Nieuwe Testament, de Bergrede, was evengoed door een Farizeeër geschreven. Het jonge christendom en de Farizeeërs waren concurrerende Joodse sekten op hetzelfde spoor van een barmhartige God van liefde. Vandaar de duivelse nieuwtestamentische vijandigheid tegenover de joden in het algemeen en de Farizeeërs in het bijzonder. De Jodenmoord in de twintigste eeuw wordt graag aan een paar hele slechte Duitsers toegeschreven. In feite deden de nazi’s enkel met Deutsche Gründlichkeit wat de afgelopen paar duizend jaar een christelijke traditie was: het verjagen, vervolgen, onteren en vermoorden van Joodse mensen. Terwijl we niets weten over de historische Christus, weten we alles over de historische Mohammed. De vervolgde profeet was een visionaire mens in een keiharde maatschappij. Deze Mohammed hield zielsveel van zijn vrouw, wat zich weerspiegelde in een verlichte visie op status en rol van vrouwen. Op middelbare leeftijd was het echter een krijgsheer die zich bediende van de woorden van Allah om zijn rauwe berbertroepen aan zich te binden. Toen werd de vrouw weer gedevalueerd tot buit van de man.
Godsdienst heelt en verbindt als geen ander menselijk fenomeen. De prijs is dat het ook scheidt en verdeelt als geen ander. Deze paradox maakt dat we er zo ontzettend moeizaam mee om gaan. Godsdienst maakt deel uit van het diepste wezen van de menselijke identiteit.  Mensen, zeker verschoppelingen, vinden steun, hoop en troost in hun geloof, ontlenen er hun waardigheid in een mensonwaardig bestaan. Tegelijkertijd woeden godsdienstoorlogen van Soedan tot Syrië, van Israël tot Irak, van Noord-Ierland tot de Balkan. Hindoes, moslims, Alawieten, Soennieten, Sjiiëten, joden, katholieken, orthodoxen of protestanten: dat zijn geen volksstammen.  Het tekent onze verwrongen houding tegenover godsdienst, dat we dat verhullend “etnische conflicten” noemen in plaats van godsdienstoorlogen.
In 1979 was ik huisarts in opleiding in Belfast, levend in een gezin met IRA sympathieën. Het was een intellectueel dogma dat het conflict in Noord-Ierland niets met godsdienst te maken had. Tot welke volksstammen zouden katholieken en protestanten behoren? In de praktijk leken ze in alles op elkaar, behalve in de keuze van pastoor of dominee en in de leuzen op de muren van hun grauwe wijken. “No pope here!” (de gelukzak). Mijn katholieke “ouders”, lieve mensen, juichten en vierden toen een Britse jeep op een zware mijn reed, waarbij zes jongens stierven.  Ik had die soldaten leren kennen als bange kinderen, in een conflict waar ze geen snars van begrepen. Ik begreep toen dat ik het evenmin begreep.
Artsen en wetenschappers houden zich bezig met het eten dat mensen eten, de lucht die ze ademen, de zon waarin ze liggen, de sigaretten die ze roken en het bier dat ze drinken. Maar wat met godsdienst?  Ik heb geen antwoord, maar de vraag moet gesteld.

1 opmerking:

  1. Geachte,
    U schrijft: Op middelbare leeftijd was het echter een krijgsheer die zich bediende van de woorden van Allah om zijn rauwe berbertroepen aan zich te binden.
    Bedoelt u hiermee de inwoners van destijds Barbarije of de Nederlandse benaming ontleend aan het Latijn dat duidt op heidenen en ongelovigen?

    BeantwoordenVerwijderen